Het ontwikkelen van nieuwe aardappelrassen is een intensief en langlopend traject. Een goed beeld van wat de aardappelsector in de toekomst vraagt gekoppeld aan onze eigen expertise en innovatiekracht zijn daarbij leidend.
Jaarlijks starten we met 200.000 unieke zaailingen. Na negen jaar van beproeven, beoordelen en kritisch selecteren komen daar gemiddeld drie commerciële rassen uit. De ontwikkeling van een nieuw ras bestaat grofweg uit drie fases: kruisen, uitzaaien en selectie.
Het ontstaan van een nieuw aardappelras begint met zoeken naar de juiste “ouders”. Dit zijn aardappelrassen met de eigenschappen die we graag met elkaar willen combineren.
Wanneer de juiste ouders zijn gevonden wordt het stuifmeel van de “vader” overgebracht op de stamper van de “moeder”. Na de bestuiving krijgt de aardappelplant bessen. In deze bessen zit zaad met een combinatie van eigenschappen van beide ouders.
Alle zaden kunnen als unieke individuen worden gezien, omdat door de biologische processen tijdens het kruisen alle genetische eigenschappen door elkaar worden gehusseld. Elke zaadje en de planten die daaruit wordt verkregen is dus uniek van samenstelling en eigenschappen.
Na zaaien van het zaad worden de zaailingen uitgeplant en vormen zij na groei en ontwikkelingen gedurende drie maanden één of twee knollen. Samen met onze aangesloten kwekers en kweekbedrijven starten we jaarlijks met 200.000 unieke zaailingen.
De knollen uit de kas worden buiten in de grond uitgepoot en groeien op tot aardappelplanten. Deze planten worden geoogst en nauwkeurig beoordeeld. Van ongeveer 15% van de gerooide planten worden de aardappelen bewaard. Deze potentiële nieuwe rassen worden vervolgens nog acht jaar gepoot, beoordeeld en geselecteerd op verschillende eigenschappen:
In de laatste drie jaar van het ontwikkelingstraject beslist een zogenoemde rassencommissie, met vertegenwoordigers van kwekers en Agrico over de voorzetting van de beproeving en eventuele registratie van een zaailing als nieuw ras. Deze nieuwe rassen gaan vervolgens het tweejarige registratie- en gebruikswaardeonderzoek in.
In de laatste stadia van het kweekproces maakt Agrico Research van alle potentiële rassen zogeheten in vitro stocks, volgens voorschriften van de NAK. Deze weefselkweekplanten staan aan de basis van een eerste productie van enkele duizenden miniknollen. Op deze manier beschikt Agrico al tijdens de commerciële introductie van een nieuw ras over een beperkte hoeveelheid gezond pootgoed.
Na negen jaar van beproeven, beoordelen en selecteren komen er uit de initiële 200.000 unieke zaailingen gemiddeld drie nieuwe commerciële rassen.
De landbouwsector zet in op het verminderen van de invloed van gewasbeschermingsmiddelen op het milieu en de leefomgeving, maar dit brengt ook uitdagingen met zich mee voor de aardappelteelt. De aardappelteelt wordt steeds complexer met de toenemende virusdruk en de restricties in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, zoals het verbod op het loofdodingsmiddel Reglone en de kiemremmer Chloor IPC. Virus resistentie kweken in nieuwe aardappelrassen wordt daarom van steeds groter belang.
De agrarische sector is continu in beweging. Ook in de aardappelsector is het tempo van verandering en innovatie hoog. De strengere wetgeving op het gebied van gewasbescherming speelt hierin een belangrijke rol. Het toepassen van het veelgebruikte gewasbeschermingsmiddel Chloor IPC voor de lange bewaring van aardappelen is vanaf oogst 2020 niet meer toegestaan. Dit is van invloed op bijvoorbeeld de markt voor frietaardappelen.
In de aardappelwereld wordt veel gesproken over de ontwikkeling van aardappelen uit zaad. Ofwel het kweken van hybride aardappelrassen. Er wordt hier ook wel gesproken over TPS (true potato seed). Deze term geeft aan dat het gaat over botanisch zaad en niet over pootaardappelen.
Agrico investeert jaarlijks veel in onderzoek en ontwikkeling. Wij hechten veel waarde aan de transparantie naar onze leden toe, maar daarnaast denken wij ook continu aan de belangen van onze telers en hierbij is geheimhouding soms noodzakelijk. Dit resulteert in een continue tweestrijd.
Phytophthora, ook wel dé aardappelziekte genoemd is een veel besproken onderwerp in de aardappelwereld. Onder de naam “Next Generation” heeft Agrico diverse Phytophthora-resistente rassen op de markt gebracht in de verschillende marktsegmenten.
In 2019 zorgde het tafelaardappelras Arizona voor een mijlpaal. Arizona werd het eerste ras van Agrico Research dat in Nederland op meer dan 1.000 hectare geteeld wordt voor de vermeerdering van pootgoed. Een bijzondere prestatie voor dit ras waarvan de oorsprong ligt in het jaar 1997.