Op het erf van - Antoine Eising

Eising

Altijd hetzelfde, maar elk jaar is anders

In de polder, midden tussen de enorme windmolens bij Lelystad, heeft Antoine Eising zijn aardappelpootgoedboerderij. Met 65 hectare land voor pootaardappels en 45 hectare voor uien is er werk zat. Vader Harmannus en medewerker Lars helpen daarom dagelijks een handje mee.

Het hele jaar zijn deze Agrico-telers ‘van het eerste uur’ bezig met de aardappelen. Harmannus: “Je moet altijd een beetje aardappelgek zijn, zeg ik wel eens, om er heel intensief mee om te gaan.” Antoine vult aan: ‘Het is altijd hetzelfde, maar toch ook weer heel anders. Geen jaar is gelijk.”

Eind jaren ‘60 verhuisde Harmannus met zijn ouders vanuit het Drentse Wachtum naar Lelystad. Via ruilverkaveling hadden ze 30 hectare grond toegewezen gekregen als gemengd bedrijf. Zeven jaar later stapten ze volledig over op akkerbouw. “Ik was geen koeienboer. Ik vond het niet erg om te melken, maar ik had er niks mee”, geeft Harmannus ruiterlijk toe. De keuze werd bovendien vergemakkelijkt toen in 1976 vanwege het zeer droge jaar de aardappelprijs naar recordhoogte steeg.

Antoine Eising
Antoine Eising (3)

Pootgoed als hoofdteelt
Sinds die tijd hebben de Eisings altijd pootgoed als hoofdteelt, met daarnaast gewassen als suikerbieten, uien en tarwe. Daarnaast verhuren ze ook nog een stuk land voor tulpen en ruilen ze grond met gras voor aardappels. De aardappelrassen die ze op dit moment verbouwen zijn de Agria, Arsenal, Erika, Fontane, Riviera en het nieuwe ras Napoleon. “Dit doen we in samenspraak met Jack Wiersma van Agrico”, geeft Antoine aan. “En dat werkt goed.” Een uitbreiding vele jaren geleden was desalniettemin aanleiding om aan meerdere handelshuizen te gaan leveren. Antoine: “In mijn ogen heeft Agrico een tekort aan sommige AM resistente rassen. Er is alleen Arsenal, dat bestand is tegen aardappelmoeheid. Maar soms heb je wel een ander resistent ras, ook wel medicijnras genoemd, nodig om bepaalde besmette stroken te bestrijden.” Ze kijken net als de andere akkerbouwers kritisch mee met de ontwikkelingen.

Ook waardering voor Agrico
Agrico wordt door de Eisings onder meer gewaardeerd door de manier van communiceren. Die wordt rechttoe- recht-aan genoemd. Er worden duidelijke afspraken gemaakt. Daarnaast is de logistiek goed georganiseerd en de uitbetaling is goed. Medewerkers hebben hart voor de zaak en, niet onbelangrijk, is dat er een goede betrokkenheid met de leden wordt ervaren. “Agrico behoort tot de top van de handelshuizen”, aldus Harmannus die bijval krijgt van zijn zoon.

Netjes, secuur en hygiënisch”
Zijn boerderij typeren, dat laat Antoine liefst aan een ander over. Maar hij denkt dat een buitenstaander dat zou doen met de woorden: netjes, secuur, schoon en hygiënisch. De aardappelrassen zijn aangepast aan de grondsoort. Alles wordt goed gescheiden. Is de herkomst onduidelijk van een aardappel die op de grond gevallen is? Dan wordt deze weggegooid. “Maar of ik nou iets anders doe dan een ander? Dat weet ik niet”,
besluit Antoine.

Niet bij de pakken neerzitten
Secuur werken is een absolute noodzaak. Ooit kregen de Eisings een aanverwante partij aardappelen van een boerderij waar ringrot was geconstateerd. Ook al werd bij hen geen ringrot geconstateerd, toch werden op last van de NVWA alle zelf geoogste aardappels vernietigd. “Dat was niet leuk! Het heeft veel geld en stress gekost”, zegt Harmannus die deze impactvolle gebeurtenis nog scherp in het geheugen heeft. “We waren nog niet zo lang bezig met miniknollen en stammen opbouwen. En in één keer was alles weg”, zegt zijn zoon. Natuurlijk was bij de pakken neerzitten er niet bij. Er werd direct nieuw pootgoed en miniknollen aangekocht en opnieuw begonnen.

Mondiale afzetmarkt
Het pootgoed van de Eisings gaat de hele wereld over: van Pakistan en Algerije, naar Rusland, Oekraïne, Italië en Spanje. Maar een deel blijft ook gewoon in Nederland. Elk land stelt zijn eigen eisen aan het pootgoed. De Erika aardappel die Antoine in zijn hand heeft, gaat bijvoorbeeld naar Spanje. Die aardappel wordt gesorteerd
op splitmaat 30-45, 30-50 en 45-50 mm. Na het sorteren gaan de aardappelen in de mechanische koeling of krijgen we een verlaadopdracht van de afdeling logistiek. Laden gaat in big bags of los in de vrachtwagen, maar het liefst kiezen ze voor opzakken. “Daar hebben we de apparatuur voor. En dan heeft die ‘ouwe’ ook wat te doen!”, voegt Antoine vrolijk toe. 

Met de portemonnee bezig
Het moment van dood maken van het pootgoed is soms wel een discussiepunt tussen vader en zoon. Zullen ze nog een paar dagen wachten, of niet? Samen het veld in, op verschillende plekken een paar meter op rooien om te zien hoeveel bovenmaat en ondermaat aardappelen er tussen zitten. “Dan ben je dus echt met
je portemonnee bezig”, zegt Harmannus. Inschatten hoeveel de oogst oplevert, blijft lastig. “Vorig jaar viel de prijs wel tegen. Dit jaar is anders”, zegt Antoine. 

“De prijs lijkt dan wel goed, maar als je ziet hoe de kosten stijgen, dan is dat wel zorgwekkend. Denk aan de kosten voor brandstof, kunstmest, bestrijdingsmiddelen, stroom en arbeidsloon”, onderbouwt hij zijn verhaal.

Innovatie
Antoine staat open voor optimalisatie en nieuwe technologieën. Zo maakt hij gebruik van Ethyleen bewaring, een natuurlijk product dat het kiemen van de aardappel stimuleert. Daarnaast gebruikt hij Serenade, een biologisch middel voor schilkwaliteit. En hij past Aloa Leaf toe, een natuurlijk middel dat knolzetting bevordert. “Ik ben daar niet uniek in, maar ik heb er wel vertrouwen en geloof in.”

“Hij heeft het goed op de rit”
Hij is er trots op wat zijn ouders en grootouders in de jaren hebben neergezet en dat hij het uiteindelijk heeft mogen en kunnen overnemen. Dankzij zijn ouders, maar ook dankzij zijn broer en zus was dat mogelijk. Nu in zijn derde zelfstandige jaar “gaat het best aardig”, zegt Antoine terwijl hij zijn vader aankijkt. De laatste zegt:
“Ik zit niet meer in de financiën, maar ik hoor wel eens iets in de wandelgangen. Hij heeft het goed op de rit!”