ALBERT REINDS
AARDAPPELTELER EN VADER
“In 1983 heb ik het bedrijf overgenomen van mijn vader. In 1965 zijn ze door de ruilverkaveling vanuit het dorp op dit bedrijf komen wonen. Toen was de heide net ontgonnen in dit gebied. Mijn vader had een gemengd bedrijf, maar ik weet niet anders dan dat mijn vader altijd pootaardappelen heeft gehad. Hij was
al lid bij DTV, toen dat vijftig jaar geleden werd samengevoegd tot Agrico. ”
“Ik vind het een sport om veel goede knollen onder de grond te krijgen. Vroeger had je niet zoveel keuze om de groei te beïnvloeden of waren we er minder mee bezig. Tegenwoordig heb je zeewier, biostimulanten en weet ik niet wat. Je bent veel dichter bij de plant als pootgoedteler. Tijdens de oogst krijg je precies onder ogen wat je wel of niet goed hebt gedaan. En dan weet je, dit moeten we volgend jaar anders doen. Het product zie je van het begin tot het eind.”
“Als er geen handelsonderneming was, dan was er bij ons ook geen pootgoed. Hierdoor hebben we meer zekerheid. Je bent wel zeker dat je uitbetaald krijgt, doordat we bij een handelshuis zijn aangesloten zoals Agrico.”
“Mijn vrouw en ik zeiden altijd: ‘Als het bedrijf voortgezet kan worden’, dan geven we de jongens alle medewerking. Vier jaar geleden, toen Martin er ook bij in kwam, hebben we alles omgezet naar hoofdzakelijk pootgoed. We hebben toen geïnvesteerd in machines en er een schuur bijgebouwd.”
"Toch wel met enige trots kijk ik terug op het bedrijf. Ik heb alles alleen gedaan en als ik dan kijk wat er nu staat, dan ben ik toch wel trots."
“Wie niet waagt, wie niet wint.”
ALBERT JAN EN MARTIN REINDS
AARDAPPELTELERS EN ZONEN
Albert Jan: “We hebben al heel veel verschillende gewassen geteeld. We hebben nu weer waspeen, zaaiuien en cichorei (red. familie van de witlof en de paardenbloem). Dit is een plantaardige vetvervanger. Het doel is om wat ruimer in het bouwplan te komen voor aardappelen. De rassen die we dit jaar telen zijn de Agria, Arizona, Corazon, Fontane, Kuroda, Rudolph en de Simphony voor Semagri.”
Martin: “Kenmerkend voor ons bedrijf is dat wij voor het moment van poten kijken of de grond er al geschikt voor is. Dat is het belangrijkste uitgangspunt. Gemiddeld gezien starten wij dan ook later met poten dan andere telers hier in de buurt. Dit jaar is natuurlijk anders, maar normaal gesproken zijn wij niet zo druk in het voorjaar.”
Albert Jan: “Ik vind ons ook wel heel erg vooruitstrevend met biostimulanten. Groene chemie is dat. We hebben niet de ambitie om bioteler te worden, maar als het met minder kan, dan willen we graag biostimulanten gebruiken. Dat we nu met calcium bezig zijn, komt ook doordat we hierdoor aangemoedigd zijn door Klaas Froma, productmanager bij Agrico. Die zit boven op kwaliteit en dat heeft mij wel aangespoord om dingen anders te doen.”
Martin: “Het is van de laatste vier jaar dat het pootgoedgebied hier in Drenthe veel groter is geworden.
Er komen meer hectare pootgoed bij en er wordt behoorlijk geïnvesteerd.”
Albert Jan: “Dat komt ook wel doordat de meeste bedrijven hier in de omgeving allemaal opvolging hebben.”
Martin: “Wij zien wel kansen hier in dit deel van Drenthe. Er komen minder lelies, dus meer kansen voor pootgoed. En we mogen niet klagen over de opbrengst van de afgelopen jaren.”
Martin: “Ik wil graag volledige focus op pootaardappelen en daarnaast renderende gewassen die goed voor de bodem zijn.”
Albert Jan: “En straks een keer met kweekwerk beginnen. In de toekomst verder groeien door meer land erbij te kopen. Maar dat wil elke boer wel denk ik.”