ANKO HOLSTEIN
AARDAPPELTELER EN VADER
“Ergens in de zeventiger jaren heb ik met mijn broer het bedrijf overgenomen van mijn vader. Ik was toen klaar met school. Het was toen nog een gemengd bedrijf, maar mijn interesse in koeien was niet zo groot. Die waren dus snel vertrokken.
Naast de pootaardappelen hebben we uien, suikerbieten, witlof en koolraap. De rassen die we hebben gepoot, heeft mijn dochter Hester allemaal in de pootmachine gegooid: Arsenal, Agria, Fontane, Rudolph, Picasso en enkele andere soorten.
Samen met mijn broer runde ik het akkerbouwbedrijf. Hij is vorig jaar gestopt. Of ik al dat ook al ga doen? Voorlopig ga ik uit van een overgangsperiode om het bedrijf samen met mijn dochter Hester voort te zetten. Want ik ben er nog lang niet klaar mee.
Wat het telen van pootaardappelen zo leuk maakt? Het gaat hier om de hoogste tak van de sport, vergelijkbaar met de F1 rijden of voetballen in de eredivisie. Maar of het daarom zo leuk is? Of omdat je het kunstje beheerst? In ieder geval kun je er een heleboel in kwijt en in de aardappelen is het dus de top. Maar ik heb gewoon geleerd om het te doen zoals ik het doe. En uiteindelijk gaat het om het beste resultaat: een mooie partij aardappelen opleveren, voor een mooi bedrag.”
HESTER HOLSTEIN
AARDAPPELTELER EN DOCHTER
“Tot vorig jaar deden mijn vader en oom het akkerbouwbedrijf nog samen. Nadat mijn oom stopte, droeg mijn vader een deel aan mij over. Zo kan ik nu in het bedrijf aan de slag.
In dit bedrijf ben je het hele jaar rond bezig. Alles is elke keer weer anders en al die verschillende stappen bij elkaar zijn leuk. Weer beginnen met sorteren, dan moet je er wel even weer inkomen. Als je dan boven in de leeskamer zit, heb je de eerste dag een beetje het gevoel in een bunker te zitten. Dat zijn wel veel aardappelen op één dag, dus dan kom je niet zoveel buiten.
Mijn verwachtingen voor de toekomst? Dat de regelgeving en richtlijnen nog wat strenger zullen worden, maar het gaat zeker niet inkrimpen. We zijn hier goed in aardappels telen. We hebben goede grond, een goed klimaat en heel veel kennis.
In Nederland is sowieso enorm veel kennis op het gebied van akkerbouw en landbouw. We hebben hier veel universiteiten, een onderzoekscentrum, kweekbedrijven en keuringsdiensten. We zijn er goed op ingericht in ons land. In de akkerbouw te werken, dat is voor mij wel een bewuste keuze. Ik ga niet per se iets anders doen dan mijn vader. Alles is op het bedrijf goed ingericht, dus ik zie geen noodzaak om alles om te gooien.
Het lijkt me wel leuk om meer toe te spitsen op het opleveren van hoogwaardiger uitgangsmateriaal voor andere Nederlandse telers.”