Next.
Generation interview
Familie Verwer

Verwer Header Def

ANDRÉ EN MAUREEN VERWER
AARDAPPELTELERS EN OUDERS

André: “In 1956 zijn mijn ouders hier komen wonen. In Amsterdam-Sloterdijk hadden ze een boerderij waar ze weg moesten vanwege stadsuitbreiding. Vanaf 1979 heb ik het bedrijf samen gedaan met mijn moeder en in 1989 zijn Maureen en ik samen op het bedrijf komen wonen en hebben we het stokje volledig overgenomen.”

Maureen: “Elk jaar is het weer fascinerend om te zien wat er in een aantal maanden gebeurd in het leven van de aardappel. Het binnenrollen van de eerste aardappelen tijdens de oogst geeft altijd weer zo’n bijzonder gevoel. Dat blijft en zit in je. We wonen nu twee jaar niet meer hier op het bedrijf, maar zijn zeker nog wel heel betrokken.”

André: “Waar we het eerst echt samen deden, neemt Maik het met de medewerkers steeds verder over. Je probeert hem zoveel mogelijk bij te staan. Gezamenlijk nemen we de risico’s. En gevraagd en ongevraagd geef je advies.”

André: “Ik vind het een mooie ontwikkeling hoe we nu met de bodem omgaan. Ik vind het jammer dat ik deze dingen nog niet wist toen ik begon”. 

Verwer Ouders
Verwer Maik En Vader

MAIK VERWER
AARDAPPELTELER EN ZOON

Maik: “Aan de Paardenweg in Kraggenburg ben ik de derde generatie. Sinds 2014 zit ik in de maatschap. Toen ik klaar was met de opleiding Agrarische bedrijfskunde in Leeuwarden aan het Van Hall Larenstein wist ik het nog niet helemaal zeker of ik ook in het bedrijf wilde gaan. Ik heb toen eerst een jaar half-half gedaan. De helft een kantoorbaan en de andere helft was ik op de boerderij aan het werk. Na dat jaar kon ik toen makkelijk een goede afweging maken en ben ik in de maatschap gegaan.”

“We hebben een traditioneel bouwplan met pootaardappelen, zaaiuien, wortels, bieten, granen en ook nog tulpen die we ruilen met pootaardappelen. Onze bodem achter de boerderij is wel een beetje een uitdaging.”

André: “Over onze grond liep vroeger een vaargeul (Zwolse Diep) naar Genemuiden. Dit land was toen nog Zuiderzee. Die vaargeul is dicht gevaren met ‘lichte’ grond. De ene zijde hiervan is zware zavel en de andere zijde is matige zavel. Als we het land bewerken, hebben we dus drie disciplines om rekening mee te houden. Met ploegen kun je het nooit goed doen. Want voor twee grondsoorten doe je het eigenlijk verkeerd, omdat je alles in één keer ploegt.”

Maik: “De nieuwe GPS-technieken van tegenwoordig helpen ons om de verschillende grondsoorten optimaal te benutten”, vervolgt hij. “Op een lichte grond, geeft een knol vaak meer nakomelingen dan op een zwaardere grondsoort. Daarom kun je niet alle aardappelen even ver uit elkaar planten, want je wil graag een gelijke pootgoedmaat rooien. Hiervoor hebben we een pootmachine waarmee we variabel planten via taakkaarten. Op de zwaardere grond poten we meer aardappelen op een strekkende meter dan op de lichte grond.
Met de gewasbescherming en bemesting werkt dit eigenlijk hetzelfde. De spuitmachine wordt aangestuurd via taakkaarten bij het gebruik van bodemherbiciden. Hierdoor worden de planten gespaard en worden er geen overbodige gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. De grond goed analyseren en hierop inspelen brengt financieel rendement. ”

Maik: “Of ik het anders ga doen dan mijn ouders? We zullen wel anders moeten gaan denken en handelen, want het klimaat verandert snel. Zo doen we steeds meer niet-kerende grondbewerking en laten we percelen groen de winter in gaan. We zien dat de bodem weerbaarder wordt, de planten minder stikstof nodig zijn en we minder hoeven te beregenen. Door de beperkingen die je opgelegd worden, zie je ook deze nieuwe kansen en dat vind ik een mooie ontwikkeling. Dus het gaat gewoon automatisch anders.” 

“Je doet het niet alleen voor je eigen portemonnee, maar ook dragen we bij aan een heel groot stuk voedselvoorziening in de wereld. Met de toenemende vraag is Nederland een ontzettend belangrijk landbouwgebied voor de wereld.”

Verwer Maik